Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts geschiedde het [32]ter zelfder tijd, dat [33]Abimelech, mitsgaders Pichol, zijn krijgsoverste, tot Abraham sprak, zeggende: [34]God is met u in alles, wat gij doet. 32. Dat is, omtrent den tijd van den maaltijd, hier tevoren vermeld, en van de uitzetting van Hagar en haar zoon. 33. Konint te Gerar, van wien boven hfdst.20 vs.2 gesproken wordt. 34. God de Heere is met de zijnen niet alleen door lichamelijk, maar ook door geestelijke zegeningen, hoewel Abimelech en Pichol eigenlijk hun ogen op den lichamelijken en tijdelijken zegen geslagen hadden. Zie deze manier van spreken ond. hfdst.39 vs.3; Joz.3:7, en Joz.7:12; 2 Kron.1:1.